Voor het karretje?
Waarom irritatie?
Terwijl hij ging zitten, sprongen de tranen in zijn ogen. Hij keek me aan, en het was duidelijk dat hij het liefst meteen van wal wilde steken. “Ik kan zien dat het je flink dwars zit”, zei ik. “Is het oké als ik je eerst kort wat uitleg geef over mijn rol en wat ik eventueel voor je kan betekenen, en dat we dan overgaan op de reden waarom je hier bent?”. Dat was goed.
Tijdens de uitleg viel het me op dat zijn houding veranderde. Logisch dat de emotie wat wegzakte nu hij naar het inleidende stukje zat te luisteren. Maar er leek ook irritatie te ontstaan toen ik uitlegde dat ik wel een ondersteunende en adviserende rol heb, maar dat de beslissingen en acties uiteindelijk door hemzelf moesten worden genomen. Vond hij het vervelend om deze toch wat droge informatie op zijn dak te krijgen, terwijl hij zijn hart kwam luchten? Was het de manier waarop ik het bracht?
Wat is er gebeurd?
Na een paar minuten vroeg ik naar zijn verhaal. Hij had problemen met zijn manager, die mocht hem persoonlijk niet en gaf hem daarom vervelende klusjes en een slechte beoordeling. Hij had een beoordeling gehad waarin hij van het opruien van collega’s werd beschuldigd, hij zou een slechte invloed hebben op de cultuur.
Terwijl ik probeerde te achterhalen wat er in praktijk was voorgevallen, kwam zijn irritatie terug. Hij bleef het gesprek terugbrengen op de manager en hoe iedereen een hekel aan hem (de manager) had. Ook kwamen de tranen weer terug.
Vervolg dan?
Uiteindelijk besloot ik mijn pogingen om het verhaal duidelijk te krijgen te staken en uit te gaan zoeken wat de melder met de situatie wilde doen. Nog een keer in gesprek met de manager, eventueel met mijn begeleiding? Er was al genoeg gesproken. Gesprek met de manager van de manager? Nee, dat was er al geweest. HR? Ook al.
Intussen begon ik zelf geïrriteerd te raken. Op mijn pogingen om duidelijk te krijgen wat er was gebeurd was hij niet ingegaan. Nu bleek er een hele historie te zijn, maar nog steeds kwamen er geen details. En ik had sterk het gevoel dat de tranen niet oprecht waren. Ook de momenten van irritatie vond ik toch opvallend; hij leek zijn zin te willen krijgen. “Oké, dat weet je allemaal niet zeker. Je bent er om naast de melder te staan, en het blijft zijn verhaal.”, dacht ik. Toch kreeg ik meer en meer het gevoel dat hij me voor zijn karretje wilde spannen.
Uiteindelijk wees hij alle mogelijkheden van de hand. Hij hoefde er niet meer over na te denken en er hoefde geen volgend gesprek te zijn. Binnenkort zou hij toch ergens anders gaan werken, want hier was hij er helemaal klaar mee.
Hoe ga je daarmee om?
Toen ik een paar weken later een collega vertrouwenspersoon sprak, kwam die toevallig met een heel vergelijkbaar verhaal. Hij had een gesprek gehad waarin hij meer en meer het gevoel krijg dat de melder hem wilde gebruiken om het probleem voor hem op te lossen. Ook dat gesprek was uiteindelijk vastgelopen.
Net als ik, vroeg de collega zich af wat een goede reactie is. Het is mogelijk dat zo’n melder zich eigenlijk terecht bij een vertrouwenspersoon meldt, maar dat zijn houding ervoor zorgt dat het moeilijk is om tot een goede oplossing te komen.
Hoe ga jij daarmee om?
Wat doe je wanneer je onderbuikgevoelens aangeven dat het niet helemaal klopt?
No responses yet