Jung’s Psychologische Typen
Carl Jung ontdekte dat de conclusies die twee bekende psychotherapeuten, Freud en Adler, trokken in hun werk voor een deel afhankelijk waren van het karakter van de twee onderzoekers zelf. Ieder zag de feiten door zijn eigen ‘bril’. Freud was een extravert en Adler een introvert.
Uiteindelijk omschreef Jung zijn bevindingen in het boek “Psychologische Typen“. Dit boek heeft grote invloed gehad en de theorie die erin is omschreven wordt nu, bijna honderd jaar later nog steeds veel gebruikt door psychologen, HR afdelingen en andere geïnteresseerden. Als mensen al niet het origineel kennen, dan wel de MBTI of Socionics, die ervan zijn afgeleid. Ik heb de Engelstalige versie van het boek gelezen, dus misschien wijken sommige woorden hieronder af van de Nederlandse vertaling van het boek.
Ken jezelf
Een punt dat Jung bij herhaling maakt, is dat het cruciaal is om jezelf te kennen, alvorens je een typering op anderen loslaat. Je moet weten welke kleur jouw bril heeft en ervoor kunnen corrigeren, voordat je in staat bent om een ander objectief en zonder vooroordeel te kunnen aanschouwen. Het proces waarmee je dit bewustzijn ontwikkelt, individuatie, is een hoofdthema in het gedachtengoed van Jung en het duurt een leven lang.
Historie
Het eerste deel van het boek (hoofdstukken 1 tot en met 9) zet de historie van typologie uitgebreid uiteen en is meer voor de echte liefhebber. Jung begint in de klassieke tijd en werkt een lijst van filosofieën af die via de middeleeuwen, doorgaat tot aan het moment van schrijven. Als je vooral geïnteresseerd ben in Jung’s typologie, dan kun je dit overslaan.
Typologie
In hoofdstuk 10 zet Carl Jung zijn eigen typologie uiteen. Hij behandelt enkele basisprincipes en gaat dan over op een omschrijving van 8 psychologische functies en daaruit voortkomende types. Deze types omschrijft hij als karikatuur om de uitleg duidelijk te maken. Daarna legt hij uit dat iedereen een combinatie van alle functies gebruikt, en dat er een logica zit achter de volgorde waarin de functies worden gebruikt.
Psychologische Richtingen
Jung maakt eerst onderscheid op basis van de richting waarin iemands energie het meest is gericht; binnen of buiten, introvert of extravert. Deze richting is al bij de geboorte bepaald.
Introvert
De introvert richt het grootste gedeelte van zijn energie naar binnen, naar het subject. Hij bepaalt voortdurend zijn positie ten opzichte van het object. Dit geldt niet alleen in relatie tot andere mensen, maar ook tot de verdere fysieke wereld. Zoals Antonia Dodge van Personality Hacker het omschrijft: Voor een introvert is de echte wereld de binnenwereld.
Extravert
Voor de extravert werkt het andersom; zijn energie is voor het grootste gedeelte op de buitenwereld gericht, op het object. De extravert laat zich meer leiden door externe factoren en gebeurtenissen, en staat minder stil bij de relatie die deze hebben tot de eigen binnenwereld. Dit leidt tot meer activiteiten in de buitenwereld, meestal ook in de vorm van meer sociale contacten.
Psychologische Functies
Er zijn vier toepassingen voor deze introverte en extraverte energie: Denken, Voelen, Empathiseren en Inuitie. Daarmee komt Jung op acht verschillende toepassingen, die hij functies noemt.
Deze functies zijn weer onder te verdelen in functies die informatie verzamelen (Perceiving) of er conclusies uit trekken (Judging). Perceiving functies zijn irrationeel omdat ze zich laten leiden door externe informatie. Judging functies zijn rationeel; het eigen oordeel is leidend is in het gedrag.
Ik schrijf nog een post over iedere functie. Hieronder alvast een korte omschrijving, gecombineerd met kenmerken van het gedrag dat de functie voortbrengt. Jung is niet terughoudend in het benoemen van de valkuilen voor iedere functie. Ik noem ze daarom ook kort.
Functie | Richting | Omschrijving |
Denken Thinking (Judging) | Extravert | Zoekt naar feitelijke waarheden in de buitenwereld, van externe bronnen en algemeen geaccepteerde ideeën. Zet conclusies om in concrete actie. Risico’s: Het doel heiligt de middelen. |
Introvert | Gebruikt eigen logica om conclusies te trekken uit opgedane informatie. Deze logica kan innovatief zijn, maar ook tot een eigen waarheid leiden. Feiten dienen om de eigen inzichten te valideren. Risico is dat eenzijdig naar bevestiging wordt gezocht. Wie zijn logica niet begrijpt, is dom. | |
Empathiseren Feeling (Judging) | Extravert | Is afgesteld op gevoelens van anderen en algemeen geaccepteerde ideeën, en stemt daar de eigen gevoelens op af. Zeer empatisch, maar met het risico zelf als ‘on-authentiek’ te worden ervaren vanwege te volledige afstemming op anderen. |
Introvert | Gebruikt eigen gevoelens om conclusies te trekken uit opgedane informatie. Enorm in contact met gevoelswereld en van daaruit groot empathisch vermogen. De eigen morele standaard gaat boven (bijna) alles. Kan vervallen in egocentrisme, waarin de eigen gevoelens en waarden teveel de boventoon voeren. Kan door de naar binnen gerichte energie juist gevoelloos en koud overkomen op anderen. | |
Voelen Sensing (Perceiving) | Extravert | Neemt de zintuigelijke informatie uit de buitenwereld in zich op en zoekt naar intense beleving ervan. Handig, praktisch, stijlvol. Leeft in het hier en nu. Kan ontaarden in impulsiviteit en compulsie. |
Introvert | Vergelijkt een subjectief beeld van zintuigelijke informatie met de verwachtingen op basis van eigen eerdere ervaringen. De intensiteit van de ervaring wordt afgestemd op de verwachting, waardoor voor anderen moeilijk is in te schatten hoe de interne beleving van de Introverte Voeler werkelijk is. Deze beleving kan los komen te staan van wat er werkelijk gebeurt. | |
Intuïtie Intuition (Perceiving) | Extravert | Neemt de buitenwereld on zich op in de vorm van vele abstracte ideeën. Geeft betekenis aan feitelijke objecten. Ziet samenhang en grote lijn. Het bos in plaats van de bomen. Kan met ervaring ook innovatieve ideeën genereren. Risico om door te slaan in het zoeken naar nieuwe mogelijkheden, wat leidt tot instabiele, onbetrouwbare, ongeorganiseerde stijl. De ideeën kunnen los staan van praktische haalbaarheid. Anderen kunnen aan de kant worden geschoven voor weer iets nieuws. |
Introvert | Betrekt uit het onderbewustzijn opgedane abstracte beelden op de eigen persoon en belevingswereld. Is daardoor in staat om accurate voorspellingen te doen voor de gevolgen van ervaringen op zichzelf. Dit stelt Introverte Intuïtie in staat om de beste optie kiezen uit meerdere mogelijkheden of zelf nieuwe mogelijkheden op te werpen. Kan volledig opgaan in symbolische werelden en los komen van de fysieke werkelijkheid. |
Bewustzijn en Schaduw
De functie waar de meeste energie naartoe gaat bevindt zich vanaf onze jeugd in het bewustzijn; we herkennen het gedrag in onszelf, zijn er vertrouwd mee en kunnen het sturen. De andere functies verdwijnen in de schaduw, het onderbewustzijn. Daar bevinden zich alle eigenschappen waar we ons (zonder oefening) niet bewust van zijn en vaak ook liever niet in onszelf willen terugzien.
Naarmate we ouder worden en onszelf ontplooien, kunnen we meer functies in onszelf leren herkennen en gebruiken.
Tegenstellingen
Niemand is volledig introvert of extravert; je kunt niet overleven door alleen maar naar binnen of naar buiten gericht te zijn. Ook is het niet mogelijk om alleen maar informatie op te nemen, of alleen maar de ‘zenden’.
Volgens Jung moet er daarom een balans zijn tussen de verschillende tegenstellingen om een gezonde psyche te kunnen hebben. Mijn eigen uitleg, is dat je van iedere tegenstelling 100% kunt gebruiken. Zet je het ene deel in voor 90%, dan blijft er nog 10% over voor het tegengestelde deel. Dit betekent dus, dat als je de ene kant veel gebruikt, er weinig aandacht, en dus oefening, overblijft voor het andere. Dat kan leiden tot kracht, maar als je doorslaat, dan raakt de psyche te ver uit balans en ontwikkel je (onbewust) neurotische gedragingen om dit te compenseren.
Ook hierover volgt nog een uitgebreidere post. In het kort:
Tegenstelling | ||
Energie | Introvert | Extravert |
Rationaliteit | Rationeel (Judging) | Irrationeel (Perceiving) |
Denken/Empathiseren | Denken | Empathiseren |
Voelen/Intuïtie | Voelen | Intuïtie |
De Volgorde
Het is belangrijk om te begrijpen dat iedereen alle functies in zich heeft. Het is de volgorde waarin je ze gebruikt, die bepaalt welk gedrag je het meest laat zien. De volgorde wordt bepaald door de tegenstellingen tegen elkaar af te zetten:
- Als de meest gebruikte functie introvert is, dan is de tweede extravert.
- Als je de eerste gebruikt om informatie te ontvangen (Perceiving), dan gebruik je de tweede om te oordelen (Judging).
- Gebruik je Voelen (Sensing) het meest, dan gebruik je Intuitie het minst.
Conclusie en vervolg
Psychologische Typen is een flinke pil (547 pagina’s), die niet altijd even gemakkelijk wegleest. Het boek is bijna 100 jaar oud, en bijvoorbeeld de rollen van mannen en vrouwen in de maatschappij worden door Jung als vanzelfsprekend op de traditionele manier omschreven. Desondanks vond ik het zeer de moeite waard om zijn typologie eens vanuit Jung zelf te lezen. In al die jaren is zijn theorie vrijwel volledig in stand gebleven, modernere bronnen geven vooral een gemakkelijker overzicht van de inhoud. Ik heb mijn best gedaan om dat hier ook te doen.
In de komende periode ga ik verschillende posts toevoegen om dit onderwerp verder uit te diepen. Veel daarvan zijn meteen ook relevant voor MBTI en Socionics, waarover ik ook nog meer zal schrijven.
Deze links zijn niet gesponsord:
Quotes
In respect of one’s own personality one’s judgment is as a rule extraordinarily clouded.
(p. 3).
The natural course of instinct, like everything in nature, follows the line of least resistance. One man is rather more gifted here, another there;
(p. 16)
As soon as it is light in man, it is no longer night without. As soon as it is hushed within him, the storm in the universe is stilled, and the contending forces of nature find rest between lasting bounds. No wonder, then, that age-old poetry speaks of this great event in the inner man as though it were a revolution in the world outside him.
(p. 109) Quote from Friedrich Schiller
The suppression of infantile and primitive demands for cultural reasons easily leads to a neurosis or to the abuse of narcotics such as alcohol, morphine, cocaine, etc. In more extreme cases the split ends in suicide.
(p. 316)
fanaticism is nothing but over-compensated doubt.
(p. 325)
No responses yet